Plantenbemesting

Nu we het in het vorige artikel over planten hebben gehad moeten we het ook even over plantenbemesting hebben. En daar is erg erg veel over te vertellen omdat er erg veel methodes zijn. De methode die de aquariumfluisteraar gebruikt is meten. Hij meet wekelijks a.d.h.v. de ijzerconcentratie hoeveel er is verbruikt en voegt het verbruikte weer toe. Op een gelijkaardige manier wordt nitraat en fosfaat opgevolgd maar hiervoor verwijst hij naar de waterverversingsapplicatie. De methode is dus erg eenvoudig. Hoewel de aquariumfluisteraar eigenlijk iedereen deze methode zou willen aanraden zijn er nog veel andere bemestingsmethodes. Laat ons beginnen met…

De Estimative Index

Deze werkwijze in het kort (hoewel er ook wel een aantal varianten op zullen bestaan): wekelijks wordt een waterverversing van 50% uitgevoerd en na deze waterwissel worden er voedingsstoffen toegevoegd om tekorten te voorkomen.

Dit wil dus zeggen dat er geen tekort mag ontstaan aan CO2. De CO2-bemestingsinstallatie staat bij deze methode dus zeker niet laag ingesteld! Verder worden dan voldoende sporenelementen, nitraat en fosfaat toegevoegd. De aquariumfluisteraar moet eerlijk toegeven: de eerste keer dat hij dit las dacht hij: wat een verspilling! Je voegt een sterke overmaat van al deze voeding toe en na een week gooi je de helft alweer weg. Bovendien stelde hij zich serieuze vragen bij de invloed op de gezondheid van zowel planten als vissen over de hoge concentraties die voor deze methode gebruikelijk zijn.

Om de EI toch zelf eens ervaren te hebben besloot hij deze methode toch eens tijdelijk te proberen op een van zijn aquaria. Omdat hij niet wilde dat de gezondheid van zijn dieren onder zijn probeersels zou lijden heeft hij het goed voorbereid aangepakt. Dat aan het principe van de EI voldaan werd was het belangrijkste: tekorten voorkomen. Dat hij dat, in tegenstelling tot de meeste anderen die deze methode gebruiken, op een visvriendelijke manier heeft aangepakt is dus bijzaak. Om een te hoge concentratie te voorkomen verdeelde hij zowel zijn nitraat en fosfaattoevoegingen over 2 keer per week. Aparte kaliumbemesting gebruikte hij niet. Leidingwater bevat reeds een kleine hoeveelheid kalium en voor de nitraat- en fosfaattoevoegingen werden de kaliumzouten hiervan gebruikt. Een kaliumtekort was dus uitgesloten. Ijzer en sporenelementen werden toegevoegd met profito. Hiervoor gebruikte hij een dosering die 10% hoger lag dan voorgeschreven door de fabrikant. Zou voldoende moeten zijn om een tekort te voorkomen en na wat rekenwerk kon hij het zichzelf niet rechtvaardigen een hogere dosis toe te dienen omdat hij niet kon uitsluiten dat er dan een concentratie werd bereikt die een negatieve impact zou hebben op de gezondheid van de in het aquarium aanwezige vissen. Hij zou dit ook op een aquarium zonder vissen hebben kunnen uitproberen maar dat zou niet eerlijk zijn. De methode moet gebruikt kunnen worden en wordt ook gebruikt in aquaria mét vissen.

Na 3 weken was het de aquariumfluisteraar duidelijk: deze methode is erg moeilijk uit te voeren zonder overdosering van diverse voedingsstoffen. Het welzijn van de vissen moet namelijk niet onder dat van de planten lijden. Het nut ervan lijkt overigens beperkt. Waarom zou je steeds een overmaat willen houden? Het is niet nodig om tekorten te voorkomen. Veel voorstanders van EI beweren dat het een ideale methode is tegen algen. Een goede plantengroei zou volgens hen namelijk een garantie zijn om geen algen te krijgen die enkel zouden voorkomen wanneer tekorten optreden. Nu dat tekorten voorkomen een belangrijke stap is in de strijd tegen algen, daar is de aquariumfluisteraar mee akkoord. Maar dat het niet het volledige plaatje dekt, werd ook bewezen door zijn EI-tank: het grote overaanbod aan voedingsstoffen en het feit dat deze niet in ideale verhoudingen voorkomen (bijvoorbeeld de redfieldratio) zorgde toch voor voldoende algengroei. Toen hij aan het EI-avontuur begon zag het aquarium er piekfijn uit. 3 weken later zag het er smerig uit. Dat dit bij voorstanders van EI niet het geval is wijt hij aan het feit dat zij door de overschot CO2 te injecteren een lagere pH hebben dan gebruikelijk. Tijdens zijn EI-avontuur heeft hij de pH echter hoger gehouden om te vermijden dat de CO2-concentratie te hoog zou worden voor de vissen. En hij moet toegeven, de CO2-concentratie schommelde soms al in gevaarlijk hoge regionen.

De Redfield Ratio

Voor de uitleg over deze methode: ga naar het artikel hierover.

De aquariumfluisteraar stel zichzelf de vraag: is dit wel een plantenbemestingsmethode te noemen? Hij vindt eigenlijk van niet. Het wordt toegepast in de strijd tegen algen en soms wordt daarvoor nitraat en fosfaat toegevoegd. Er wordt dan dus wel bemest. Maar pak je het op die manier aan dan maak je dezelfde fouten als bij de EI-methode. Nitraat- en fosfaatconcentraties worden dan gevaarlijk hoog en kunnen een negatieve impact hebben op de gezondheid van vissen en planten. Door voorstanders van de EI wordt bovendien vaak beweerd dat Redfield niet werkt en dat het het toevoegen van nitraat en fosfaat is dat tekorten verhelpt en dat het daardoor beter gaat. Wel vreemd, want in vele probleemaquaria heeft de aquariumfluisteraar reeds omgekeerd gewerkt: de Redfield ratio hersteld door datgene waar teveel van was (nitraat of fosfaat) met behulp van nitraat- of fosfaatverwijderende filtermedia te verwijderen. Telkens met succes! Redfield werkt dus wel. Maar je dient steeds in het achterhoofd te houden: het is niet het enige wat meespeelt. Zonder een goede plantengroei hou je zelfs met Redfield geen aquarium algenvrij. Maar het zou geen kwaad kunnen als Redfield af en toe eens wat minder stiefmoederlijk behandeld werd.

Walstad

De walstad vindt de aquariumfluisteraar persoonlijk een aparte methode. Misschien eentje die hij beter vertelt aan de hand van een fictief verhaal. Het fictieve aquarium in dit verhaal staat op het punt opgestart te worden volgens de walstadmethode. Er wordt een bodem aangelegd van 2 à 3 cm potgrond. Daarboven komt een laagje van 2 à 3 cm fijn grind. Het aquarium wordt gevuld met water dat niet te zacht is en op kamertemperatuur. Er worden veel snelgroeiende planten in geplaatst. De verlichting die sterk dient te zijn wordt aangepast: er komen reflectoren boven de TL-lampen en de timer wordt ingesteld op 10 uur, kortom het aquarium wordt klaargestoomd als Walstadtank. Volgens de walstadmethode dient het filter niet biologisch actief te zijn omdat er voldoende bacteriën in de bodem leven die door een goede watercirculatie van zuurstof worden voorzien. Ach het zal de planten worst wezen waar bacteriën hun voedingsstoffen produceren en het filter wordt standaard geinstalleerd. De eerste vissen worden meteen toegevoegd (want dat mag volgens de walstadmethode!), we moeten de volgende morgen alleen even opletten of ze het moeilijk hebben om te ademen. Gelukkig is dat bij dit aquarium niet het geval. Het verdere principe van deze methode? Niets toevoegen, zelfs geen water verversen tenzij dit echt nodig zou blijken en de planten doen de rest wel, gegarandeerd geen of heel weinig algen en een goede plantengroei. De planten worden regelmatig bijgeknipt en de vissen worden erg royaal gevoerd. Nouja, laten we eens kijken wat er met dit aquarium gebeurd…
Na 2 dagen is het ammoniakgehalte gestegen waardoor er al preventief water wordt ververst. Op dag 6 moet dat bovendien opnieuw gebeuren. Op dag 18 blijkt het aquarium toch te kampen te krijgen met een vrij hoog nitraatgehalte, niet alle planten krijgen namelijk voldoende nitraat weggewerkt omdat ze een gebrek aan CO2 en sporenelementen hebben. Het nitraatgehalte blijft hoog rond 20 ppm en na 1 maand moeten de aquariumruiten al algenvrij worden gemaakt. De hardheid is erg laag omdat de grote hoeveelheid planten ondanks hun geremde groei erg veel calcium en magnesium uit het water halen en dit niet wordt aangevuld met plantenvoeding zoals gebruikelijk. De hardheid wordt terug op peil gebracht met wat aquariumzout en kH-verhoger. Even later is het aquarium gehuld in een witte mist van calciumcarbonaat. De hardheid stijgt erg snel, gelukkig kunnen de vissen beter tegen een stijging dan tegen een daling van deze waarde. Enkele vissen die van nature harder water prefereren komen er zelfs door in paarstemming. Het nitraatgehalte is ook 2 weken later nog te hoog en er moet nu toch echt water worden ververst (jammer want was weinig of geen waterverversen nu net niet een van de walstadprincipes?). Op zich is dit een tekortkoming van de walstadmethode. Door niet actief op de behoeften van de planten in te spelen is hun groei en dus ook hun opname van nitraat geremd. Dit is in dit fictieve aquarium ook te zien aan de hardheid die nu veel minder snel daalt dan tijdens de eerste maand. Ook het feit dat wanneer een te lage hardheid wordt vastgesteld er enkel zout toegevoegd dient te worden volgens deze methode getuigd van het feit dat Walstad niet erg ver vooruit kijkt. Twee weken na de vorige waterverversing is het nitraatgehalte opnieuw opgelopen naar 20 ppm. Er wordt dus opnieuw water ververst: 50%. Een dag later wordt het nitraatgehalte opnieuw gecontroleerd. Vreemd: het is plots gezakt naar 4 ppm! Eigenlijk is dit niet verwonderlijk, door de lange periodes zonder waterverversing hebben zich zodanig veel elementen in het water opgehoopt dat deze een antagonistische werking kregen. Bij antagonisme zorgt een teveel aan bepaalde voedingsstoffen ervoor dat deze elementen elkaar tegenwerken waardoor planten alsnog een tekort krijgen en met een geremde groei te maken hebben. Deze laatste waterverversing zorgde voor voldoende lage concentraties. Gevolg: antagonisme voorbij en sterke plantengroei dus veel nitraatopname. Te veel nitraatopname zelfs! Want enkele dagen later krijgt de ludwigia als eerste een nitraattekort en alle onderste bladeren worden geel. Eigenlijk zou men de Walstadmethode dus beter de schommelmethode noemen. Alles schommelt, waterwaarden, plantengroei, nitraatopname. De eigenaars van het aquarium krijgen stillaan genoeg van de walstadmethode. Het lijkt er nu op dat het aquariumzout gewoon als plantenvoeding wordt gebruikt en dat terwijl er in échte plantenvoeding voor aquariumplanten meer voedingsstoffen zitten en bovendien in betere verhoudingen dan in aquariumzout! Er wordt dan ook overgestapt op een normaal onderhoud en om te beginnen wordt een waterverversing van 50 à 60% uitgevoerd. Wat blijkt? De planten beginnen spontaan te assimileren!

De aquariumfluisteraar heeft dit verhaal samengesteld uit ervaringen die hij 'hier en daar' over de walstadmethode heeft opgevangen. Zijn conclusie: op zich is het idee achter de Walstadmethode niet verkeerd en elk aquarium is anders dus misschien doen er wel sommige aquaria het erg goed volgens de walstadmethode. (al maakt deze methode pijnlijk duidelijk waarom waterverversingen altijd nodig zijn). Maar sommige principes van de methode doen een Walstadtank vaak de das om. De aquariumfluisteraar noemt het nogmaals: het lijkt erop dat aquariumzout gewoon als plantenvoeding wordt gebruikt. Bovendien heeft het gebrek aan sporenelementen en de minder optimale verhoudingen hierin niet alleen negatieve effecten op de plantengroei, maar ook sommige bacteriën die diep in het filtermateriaal organische vervuiling afbreken kunnen hierdoor hun efficiëntie verliezen.

Niets

Dit is natuurlijk ook een methode. Niets doen. Geen plantenvoeding geven, gewoon planten laten groeien en geen actieve opvolging hiervan. Planten zullen hierdoor echter slecht groeien en het gevolg is dat algen overal in het aquarium zullen terug te vinden zijn.

Vloeibare plantenvoeding volgens de instructies van de fabrikant

Dit is waarschijnlijk nog de meest toegepaste methode. De dosering volgens de fabrikant volgen. Waar de aquariumfluisteraar zich echter het meest aan stoort bij deze methode is dat de fabrikant niet kan weten hoeveel planten er in iemands aquarium staan en hoe goed deze groeien en dus ook niet hoeveel plantenvoeding er verbruikt wordt en opnieuw moet worden toegevoegd.

Verbruiken de planten in werkelijkheid minder dan waar de fabrikant op had gerekend zal het ijzergehalte na een tijd gevaarlijk hoog oplopen met alle gevolgen van dien. Van de meest gekende fabrikanten is de aquariumfluisteraar nagegaan wat de ijzerconcentratie in hun plantenvoeding is en hoe groot de kans is dat deze bij een lage plantenbezetting tot een te hoge ijzerconcentratie in het aquarium leidt, rekening houdend met de dosering die ze voorschrijven. Natuurlijk zullen alle soorten plantenvoeding voor problemen zorgen als ze worden gebruikt zoals voorgeschreven op een aquarium met slechts één klein plantje. Maar van al deze soorten aquariumplantenvoeding komt Tetra Plantamin er het best van af. De kans dat deze voor problemen kan zorgen is het kleinst.

Verbruiken de planten echter erg veel dan komt er weldra een tekort indien slechts de dosering van de fabrikant wordt gevolgd en zullen algen alweer niet uitblijven.

De gecontroleerde onbalansmethode

Hier gaat de aquariumfluisteraar niet verder op in. Google er maar eens op en je zal zien dat, zelfs al zou de theorie kloppen, er eenvoudigere methodes moeten bestaan om dit doel te bereiken!

De gecombineerde methode

Deze methode lijkt nogal vreemd. Hou de waarden tussen bepaalde grenzen en worden ze te hoog dan halveer je de dosering. Worden ze te laag dan verhoog je de dosering met de helft. Ook dit kan veel eenvoudiger toegepast worden. Ten eerste: waarom vreemd gaan doen met halveren en vermeerderen met de helft als je ook gewoon kan uitrekenen hoeveel je extra moet toevoegen? (zie hiervoor ook dit uitgebreide hoofdstuk over de analyse van waterwaarden). En bovendien: waarom 'zomaar' vaste waarden aanhouden terwijl we ook zouden moeten nagaan of dit chemisch gezien wel zinvol en mogelijk is? (zie ook het genoemde hoofdstuk).

De aquariumfluisteraar hoopt dat hij aan de hand van bovenstaande beschrijvingen duidelijk heeft gemaakt waarom hij prefereert te meten en daarna pas te doseren wat er is verbruikt.